DOS65 application: Logic analyzer

Logic Analyzer

VIA2 6522 port A 8-bit input + CA1 handshake line as trigger input.

Manual en programma geschreven door F.J. Weijnen
26-01-1987
versie 5.1 voor de uP 6502 en 65C02

Dit programma maakt van uw huiscomputer een meetinstrument, en wel in dit geval een :

LOGICANALYSER

De logic analyser maakt gebruik van poort A van VIA 2.
De analyser leest van deze poort 256 samples van elk 8 bits
binnen. Deze 8 bits geven het logische nivo weer van het
te bekijken signaal.
Er is nog een extra ingang beschikbaar. Dit is de trigger
ingang, en wordt daarom niet zichtbaar gemaakt op het scherm.
Voor de trigger ingang is gebruik gemaakt van controlelijn
CA1 van VIA 2. Deze triggeringang dient voornamelijk om in de
EXTERNE triggermode de samples binnen te lezen.

Zoals al gezegd, leest de logic analyser samples binnen van 8
kanalen en geeft hun logisch nivo weer op het scherm.
Men heeft de mogelijkheid om de samples via INTERNE- of EXTERNE
triggering binnen te lezen. Bij de interne triggering heeft men
de beschikking over de volgende triggertijden :

50, 20, 10, 5, 2, 1msec., 500, 200, 100 en 50 usec.

Deze triggertijden kan men naar keuze instellen.
In feite is ook nog een triggertijd mogelijk van 25 – 30 usec.
maar deze is NIET geimplementeerd.

Verder kan het starten van het sampelen op drie verschillende
manieren gebeuren, teweten : op een BYTE op een PULS of door-
middel van HANDbediening. Wil men met triggeren wil beginnen
als een bepaald byte op de input poort staat, kiest men voor de
“BYTE” mode vervolgens kan men het startbyte op twee manieren
ingeven teweten BINAIR of HEXADECIMAAL.

Met de “PULS” mode kan men beginnen met het binnenhalen van de
samples als er een POSITIEVE of een NEGATIEVE puls op de trigger
ingang verschijnt.

De laatste mogelijk die overblijft is de “HAND” mode, nu bepaalt
men zelf wanneer men met het triggeren wil starten.

TRIGGERTIJD INSTELLEN :

Met de toets “8” kan men de triggertijd naar boven verschuiven
en met de toets “2” kan men dce triggertijd naar onderen
verschuiven.

BEKIJKEN VAN DE SAMPLES :

Met de toetsen “4” en “6” kan men de cursor van resp. LINKS
naar RECHTS over het beeld laten schuiven. Na het inlezen van
de 256 samples staat de cursor links in beeld. Door nu de
cursor van links naar rechts te laten verschuiven, om de
samples te gaan bekijken, zal de cursor blijven staan als
hij is aangekomen in het midden van de samples op het scherm.
De cursor blijft hier nu staan en zullen de samples over het
beeld gaan schuiven totdat ze bijna bij het einde zijn aan-
gekomen waardoor de cursor zelf weer gaat bewegen totdat hij
bij het einde is aangekomen.

KANAAL NAMEN INGEVEN :

Als men de analyser opstart staan de namen voor de verschillende
kanalen default de namen KANAAL 1 tot en met KANAAL 8. Men kan
deze namen zelf veranderen door op “N” te drukken. Er gebeurt
nu nog niets maar als men nu een toets indrukt, verdwijnt de
oude naam en komt de ingedrukte toets voor het kanaal te staan.
De maximale lengte van de naam is 8 karakters, als men meer dan
die 8 karakters wilt ingeven worden deze verwaarloost. Na het
geven van een RETURN kan men verder gaan met het ingeven van de
volgende naam. Wil men een oude naam laten staan dan hoeft men
allen maar op RETURN te drukken en de oude naam blijft staan.
Heeft men tijdens het ingeven een fout gemaakt, dan kan men dat
korrigeren, door met de DELETE toets de tik fout te verwijderen.

TRIGGERSTART INSTELLEN :

Er zijn 3 methodes om met het sampelen te beginnen. De eerste
methode is dat het sampelen begint als een van tevoren ingegeven
byte op de inputpoort komt te staan. Om deze methode te kiezen
drukt men op de B om vervolgens de keuze te maken uit ingaven
van het byte in BINAIRE- of HEXADECIMALE vorm resp. drukt men
op de B of de H. Hierna kan men het byte ingeven. Bij de tweede
methode kan het sampelen worden gestart doormiddel van een puls.
Hiervoor drukt men op de P om vervolgens te kiezen uit een
POSITIEVE- of een NEGATIEVE puls resp. de P of de N. De laatste
methode is de handbediening, hier wordt het sampelen gestart als
men dat zelf wil. Deze methode wordt geselekteerd door op de H
te drukken.

Heeft men een van de boven genoemde methodes gekozen dan kan
men beginnen met het sampelen door op de “0” te drukken, waarna
de tekst SAMPLING in het beeld verschijnt. Zijn alle samples
binnen gelezen dan verdwijnd die tekst weer.

Wil men de LOGIC ANALYSER verlaten om terug te keren naar de DOS65
dan drukt men op de Q van Quit, en men is met een gewist scherm
terug in DOS65.