De nu volgende 10 pagina's 180 tot en met 189 geven de inhoud van de EPROM weer. Het is een uitgebreide versie van Aanhangsel 3 van Junior-computer 1, die de inhoud van de EPROM weergeeft in de vorm van een “hex dump” (alleen de bytes).
De listing omvat de volgende onderdelen:
Een overzicht van alle RAM-geheugenplaatsen in pagina 00 (“temporaries”) en in pagina 1A (PIA-adressering en plaatsen voor de NMI- en de IRO-sprongvektor).
Het hoofdprogramma van de monitor (1C00 ... 1CB4).
Het hoofdprogramma van de editor (1CB5 ... 1D4C).
Subroutines ten dienste van:
de editor: SCAN (1 D5C ... 1 D6E);
de editor en de routine BRANCH: GETBYT (1D6F ... 1 D87);
de editor en de monitor: SCAND(S) (1 D88 ... 1 E1F, inklusief SHOW, CONVD et GETKEY);
de editor: RDINST (1E20 ... 1 E46) en FILLWS (1 E47 ... 1 E5B);
de editor en de assembler: OPLEN/LENACC (1 E5C ... 1 E82);
de editor en de assembler: UP (1E83 ... 1 EA5); de editor: DOWN (1 EA6 ... 1 ED2}; .
de editor en de assembler: BEGIN (1 ED3 ... 1 EDB);
de editor: ADCEND (1EDC ... 1EE9);
de editor en de assembler: RECEND (1 EEA ... 1 EF7) en ΝΕΧΤ (1ΕF8 ... 1 F0Ε).
De opzoektabel LOOK, ten behoeve van de monitor en de editor (subroutine CONVD) (1FØF ... 1F1E).
De opzoektabel LEN, ten behoeve van de editor en de assembler (subroutine OPLEN/LENACC) (1F1F ... 1F2E).
De subroutine GETLBL, die wordt gebruikt in de assembler (1F35 ... 1F50).
Het hoofdprogramma van de assembler (1F51 ... 1FD2).
De offset-bereken-routine BRANCH (1FD5 ... 1FF7).
Zes EPROM-plaatsen voor het vastleggen van de NMI-, RES- en IRQ-vektoren (1FFA ... 1FFF) en zes plaatsen voor twee daaraan gekoppelde JMP-INDinstrukties (zie hoofdstuk 3 in boek 1 ) (1F2F ... 1F34). N.B. De plaatsen 1FF8 en 1FF9 worden niet gebruikt. Ze zijn bij het programmeren van de EPROM gevuld met FF.
Alle in de monitor, editor of assembler voorkomende labels en namen van geheugenplaatsen, in alfabetische volgorde en met het bijbehorende adres.
Elektor_Junior_ROM_listing.htm (original scans)
Elektor_Junior_ROM_listing.txt (recreated)