Waarom dit boek?

Voor velen betekent de computer minder werk en meer vrije tijd, voor anderen meer werk in hun vrije tijd: meer en meer hobbyisten sluiten vriendschap met deze twintigste-eeuwse "digitale slaven". Iedereen die zich met deze boeiende hobby bezig houdt of gaat houden kan kiezen uit een groot aanbod van kant-en-klaar- of zelfbouw-computers, en aan boeken en min of meer gespecialiseerde tijdschriften op dit gebied.

Prima!

En toch moeten we vaststellen dat men zich weliswaar serieus wil oriënteren, maar soms door de bomen het bos niet meer ziet. Of struikelt over de wortels van een boom. Anders gezegd: Men weet niet goed waar en hoe te beginnen en als men begint kan de kennismaking negatief uitvallen. En men struikelt liever geen tweede keer. Dat is eeuwig jammer. En onnodig.

Ziedaar het "waarom" van dit boek, en van het aansluitende deel 2.

Waar gaat dit boek over? Over de junior-computer, een volwassen microcomputer die zich jong voelt. Hij is uitgerust met de 6502-microprocessor en dat is bepaald niet de eerste de beste. Dat is een bewuste keuze omdat we van mening zijn dat je sneller piano leert spelen op een echte piano dan op een stuk kinderspeelgoed. Bovendien kent het basissysteem zoals in dit boek beschreven vele uitbreidingsmogelijkheden die tezijnertijd, als men er rijp voor is geheel of gedeeltelijk kunnen worden benut.

De junior-computer is een zelfbouw-computer. Dat scheelt een stuk op de kosten. De bezwaren die hier voor sommigen aan verbonden zouden kunnen zijn gelden hier ons insziens niet: de opzet van de junior-computer is kompakt, akrobatische vaardigheden met de soldeerbout zijn niet vereist. En dan is er ook nog een zeer uitgebreide bouwhandleiding.

Hoofdstuk 1 is daar grotendeels aan gewijd; daarin ook een algemene inleiding over micro-computers: het valt allemaal wel mee met die "moeilijke” computer.

Hoofdstuk 2 gaat over zaken die we allemaal nog wel kennen van de lagere school: over taal en rekenen. Weten we hoe de digitale opvattingen van de (junior-)computer daarover zijn dan kunnen we in hoofdstuk 3 aan de weet komen hoe we via het programmeren met hem kunnen omgaan.

Hoofdstuk 4 tenslotte geeft een aantal programmavoorbeelden.

In hoofdstuk 3 en 4 kan overigens dankbaar gebruik worden gemaakt van de komplete, opgebouwde junior-computer.

Wat is nou de filosofie achter dit boek? Deze: Het is een misverstand om te denken dat "eenvoudig" hetzelfde is als "oppervlakkig". En deze: Het is niet verstandig om alles tegelijk te willen. Vandaar de dosering van de te verwerven kennis en vandaar de opdeling in twee boeken. In dit boek staat alles om te kunnen programmeren "zonder poespas". En op een gegeven moment is men gevorderd tot boek 2, waarin men kennis kan nemen van nieuwe mogelijkheden met de "oude” junior-computer.

We hadden het net over filosofie. Een Nederlands woord daarvoor is wijsbegeerte. Wij hopen dat dit boek ertoe zal bijdragen dat de begeerte tot computer-wijsheid zal worden opgewekt - en bevredigd.

De schrijvers


Junior-computer 2 is het vervolg van dit boek. Het boek is gewijd aan:

Deel 2 vormt samen met dit boek de totale beschrijving van de standaardjunior-computer. In een derde deel, Junior-Computer 3, wordt aandacht besteed aan hardware- en software-uitbreidingen van de junior-computer, zoals een kassette-interface, geheugenuitbreiding, de aansluiting op een video-display + ASCII-toetsenbord, en nog veel meer. Daarnaast verschijnen regelmatig artikelen (aanvullende opmerkingen, gebruikersprogramma's enz.) in het tijdschrift Elektuur.

Dit boek is door mensen gemaakt. De auteurs stellen schriftelijke op- of aanmerkingen van de lezers over de inhoud op prijs.

De printen uit dit boek zijn opgenomen in de EPS (Elektuur-printservice). Voor nadere informatie wordt verwezen naar de laatstverschenen uitgave van Elektuur. Daar treft men ook nadere informatie aan over de Elektuur-Software-service.